Over 61

'De kunstenaar' zo wordt toch vaak en bijna als vanzelfsprekend verondersteld, zou in de eerste plaats een ziener zijn, een ietwat kindse en ongecompliceerde getuige van de natuur – diens ware schouwspel. 
En anders dan de grote massa, zo is althans de implicatie van deze zelfde gangbare opvatting, die in dat stedelijk-rusteloze bezig-zijn van de dag de eigen ogen zou hebben zien blind worden voor het natuurlijke, is “de kunstenaar” 
– die figuur die ons zo vreemd en anders lijkt – erin geslaagd om in een verhoogde gevoeligheid een ruimte te cultiveren waarin het verwonderde aanschouwen van het aardse nog mogelijk blijkt.

"De kunstenaar" 

De vlucht van vogels door het avondrood, het grillige lichtspel op het water, de wonderlijk gesofisticeerde bouw van een insect, … In de beleving van “de kunstenaar” allen werelden, allen aanleidingen tot contempleren en creëren; voor ons, geleid door principes van nut, ongebreidelde begripsbepaling en vage esthetiek, “slechts” een vogelvlucht, “gewoon” water dat licht weerkaatst, en “maar” het gestel van een kever – decoratieve of praktische vaststellingen die hooguit aanleiding geven tot het vluchtig nemen van een foto, of doen afvragen wat de mechanica van de kever nu toch kan toevoegen aan die van onze machines, of hoe de richting van een groep vogels nu toch nuttig kan zijn voor de definitie van de zin van ons eigen menselijke leven. De zuivere relatie tussen kunstenaar en natuur - sacrale inspiratiebron - lijkt ons onbegrijpelijk veraf. En als “de kunstenaar” ons vreemd en anders aandoet, zoals ook een kind ons anders en vreemd kan aandoen, dan is dat omdat zijn zien niet het onze is. 

Of er wat van zij, van deze courante veronderstelling? Misschien. Wellicht. Al is het zo dat men deze, sinds kort, behoort te nuanceren. Want het is beslist het drama van “de hedendaagse kunstenaar” zijn ogen van weleer, bewonderend gericht op het natuurlijke leven dat hem omringt, te ervaren als aangetast, gecorrumpeerd. De natuur aanschouwen is vandaag problematisch en kan, wanneer oprecht en aandachtig gevoerd, niet langer louter harmonieus zijn. Milieuvervuiling, die vervelende waarheid van deze tijd, is immers ook oogvertroebeling, verduistering van schoonheid; en het is deze doorleefde ervaring die de kunstenaar in een precaire positie plaatst. Ook hij, ons niet langer volledig vreemd want eveneens verblind, moet rekenschap afleggen van zichzelf als een mens in (dat eigenlijk een hoogmoedig boven is) de natuur. Het is het appel tot rekenschap in een wezen, hoewel zelf natuurlijk en levend, dat op een pijnlijke wijze wordt herinnerd aan zijn langdurende minachting en onoplettendheid voor al wat net natuurlijk is en leeft. De kunst van Bart Van Hee – eigentijds-maatschappelijk maar ook dromerig; ontluisterend-schuldbewust maar ook hoopvol – is de creatieve uitkomst op deze aanroep tot verantwoording.

"Een romantische kunstenaar."

Ook zijn kunst volgt in zekere zin het adagium van de idee van de “romantische kunstenaar”; het onbevangen en zuivere gadeslaan van een zuivere en onbevangen natuur, het opmerkzaam zijn voor de ondubbelzinnige pracht van de plotse trek van vogels, de schittering van de zon op het water, de complexe constitutie van een insect.


Ook zijn creaties, allen getuigend van een verbeelding die beweegt tussen de herinnering aan een kinderlijk verleden en de spannende hoop voor de toekomst, volgen na een “nu-moment” van natuurlijke inspiratie; tijdens een wandeling, of een ogenblik van stilte.

Het werk van Bart Van Hee is echter niet enkel dromerig, maar heeft tevens een ander, actueel-kritisch aspect. Steeds gaat creatieve fantasie gepaard met het bewustzijn van de acute milieuproblematiek en een in vraag stellen van de huidige – eenzijdige – verhoudingen tussen mens en natuur. Een door autoverkeer platgereden pad, het gemummificeerde skelet van een huiskat of de schedel van een vogel, een stuk aangespoeld drijfhout, … dit zijn de toevallig gevonden objecten die deze kunstenaar inspireren. In diens werk, waar dood en corruptie weer harmonie en leven lijken te worden, staat deze relatie van mens en omringende natuur immer centraal, net zoals de kritische stem gericht tegen de negatieve impact van deze eerste op het natuurlijk milieu nooit veraf is.


Maar, en hier schuilt de grote kracht,  de “relieken” – voor deze kunstenaar is de natuur sacraal, zo getuigt de serie “MAN O MAN WHY HAST THOU FORSAKEN ME,” waar de natuur, het heilige, wordt gekruisigd – van deze kwalijke menselijke invloed (drijf- of sprokkelhout, padden en skeletten, maar ook varkensschedels en insecten) worden in dit werk aanleidingen, niet tot loutere wanhoop en schuldbesef, maar tot een bewonderend-hoopvol aanschouwen en fantasierijk creëren dat er in slaagt deze sentimenten te overstijgen. 

De werken van Bart Van Hee – een eenvoudige kunstenaar van de natuur, maar evenzeer bewuste mens van de moderne tijd – zijn één voor één de einduitkomsten van een dynamisch samenspel tussen droom en werkelijkheid, tussen serieuze maatschappijkritiek en kinderlijke verbeelding, tussen de cultus van natuurlijke zuiverheid en de realiteit van menselijke bezoedeling. “61 birds,” bijvoorbeeld, een opstelling waarvan de titel verwijst naar het aantal broedvogels dat door het Vlaamse Natuurpunt wordt geclassificeerd als bedreigd, is gemaakt van betonstaal en polymeer.


De hedendaagse industrialisatie en plastificatie van de natuurlijke wereld wordt hier aangeklaagd en tot verantwoording geroepen; maar tegelijkertijd wordt deze aanklacht ondersteund door een vrije en creatieve verbeelding die de natuur op een omgekeerde wijze net lijkt te celebreren. De steenkoolzwarte plastic rompen zijn afgietsels van op natuurwandelingen gevonden drijfhout en doen denken aan gepetrificeerde fossielen uit de verbeeldende fantasie van een ver verleden – of  een nabije toekomst.

"Hang on."

Ook elders valt deze kritiek-dromerige tweespalt, die ook steeds een eenheid is, te herkennen. Zo is “HANG ON,” – in witte kunststof, onder een klassiek-decoratieve glazen stolp, een door droogte verkrampte kikker die zich symbolisch aan een laatste, metalen strohalm lijkt vast te klampen – scherp voor menselijke verstoring van dierlijke leefmilieus, alsook speels en sierlijk. En “BECAUSE WE FORGOT,” een installatie uit oud ijzer, afgedankte elektronica, en het uitgedroogde kadaver van een libel,  combineert de luchtige verwondering van een kind met de oprechte bezorgdheid van een volwassene: de grote, levendige schaduw van het opgelichte dode insect doet verwonderen en herinneren aan een vroegere periode in de natuurlijke evolutie – het tijdperk van insecten van grote dimensies – maar ook bezorgd afvragen wat de toekomstige evolutie is voor dit wezen, nu zijn manier van leven diepgaand door dat van ons wordt geschaad.


Deze vraag, die een groot deel van de kunst van Bart Van Hee doorweeft, weerklinkt nogmaals in “EVOLUTIONARY GIMMICK: ARMORED MOLE”, waar de kunstenaar fantaseert over de evolutionaire adaptatie van een mol en deze beschermt, als in een maliënkolder klaar voor de oorlog die woedt, met een metalen harnas.

Het werk van Bart Van Hee, een opmerkelijke symbiose tussen natuurlijke bewondering en technologische creativiteit, toont zich zo meervoudig: nostalgisch mijmerend, serieus, hoopvol, verantwoordelijk, biologisch geïnteresseerd, vol van verbeeldende fantasie, met de vinger wijzend, dartel, inventief, … Maar in deze thematische en gevoelsmatige veelheid valt zeker één standvastig element te herkennen; de persoonlijke aanroep tot rekenschap van menselijke vervuiling en verduistering, een aanroep die niets meer is dan een uitnodiging om, ondanks alles en als het dan toch even kan, de schoonheid van de natuur, aandachtig en bewonderend, te zien.


- Written by: Ramses Degroote

61 birds op instagram!

Share by: